/
Marilynne Marilynne

Marilynne - PowerPoint Presentation

min-jolicoeur
min-jolicoeur . @min-jolicoeur
Follow
383 views
Uploaded On 2017-07-18

Marilynne - PPT Presentation

Robinson Lila Spraakmakende Boeken 2 maart 2017 Els Jongeneel 1 De auteur 2 De Gilead romans 3 Korte inhoud Lila 4 Vertelperspectief 5 Het bestaan het lichaam ID: 571041

van het dat een het van een dat die zijn als niet haar met hij maar wat zou waren

Share:

Link:

Embed:

Download Presentation from below link

Download Presentation The PPT/PDF document "Marilynne" is the property of its rightful owner. Permission is granted to download and print the materials on this web site for personal, non-commercial use only, and to display it on your personal computer provided you do not modify the materials and that you retain all copyright notices contained in the materials. By downloading content from our website, you accept the terms of this agreement.


Presentation Transcript

Slide1

Marilynne

Robinson

Lila

Spraakmakende Boeken, 2 maart

2017

Els

Jongeneel

Slide2

1 De auteur2 De ‘Gilead romans’

3 Korte inhoud Lila4 Vertelperspectief

5 Het bestaan-het lichaam-de namen en de dingen-de eenzaamheid

6 De Bijbel in Lila7 Aarde en hemel (immanentie en transcendentie)Slide3
Slide4

2016 [2015]

2004

2008

2014

Gilead

romans’ (trilogie)

1989

1998

2012

2010

1980 – [

Ned.vert

. 2008]

Debuut:

Non-fictie

:

Fictie:Slide5

Prijzen voor fictie:Gilead: Pulitzer Prijs voor fictie Thuis

: Orange Prize for FictionLila: National Book Critics

Circle Award

Ontvangst National Humanities Medal of

t

he

White House, 2012Slide6

‘Wij bestaan allemaal doordat wij de dingen ervaren, tenminste als wij acht

geven op die ervaring en als het bestaan vanwege haar volheid zich niet aan ons onttrekt’ (Robinson, ‘Psalm 8’, in De dood van Adam, 1998)Slide7

Tabor

, IowaSlide8
Slide9
Slide10

vertelperspectiefStemOriënteringscentrum of filterGebruik oriënteringscentrum = focaliseren

Stream-of-consciousness / bewustzijnsstroomSlide11

‘Het kind stond daar maar in het donker op de veranda met de armen om zich heen geslagen tegen de kou. Ze had geen tranen over en viel bijna in

slaap’ (7)‘Zij leek op een vrouw, met handen maar zonder gezicht, omdat ze zichzelf

nooit had toegestaan ernaar te kijken’ (73 )Slide12

‘Je hebt het niet nodig dat er iemand naast je staat. Dat heb je niet, maar je hebt het wel. Haal alle plezier weg – maar dat kun je niet want een slokje water kan zelfs al plezierig zijn’ (80)

Hij droeg een overall en had zijn haar opzij gekamd. Hij zat op de veranda op haar te wachten. Zijn schenen waren niet meer dan twee witte botten met haar erop, zijn laarzen waren groot, versleten en de een was niet helemaal hetzelfde als de ander. Ze deden haar denken aan twee hele oude honden uit hetzelfde nest. Hij vertelde haar dat zijn vrouw dood was en zijn kinderen vertrokken waren, dat zijn huis van hem was en ook een paar morgens land, en dat hij prijs zou stellen op een paar extra handen en wat gezelschap. Ze kon geen woord uitbrengen. Toen verhief hij zijn stem en zei: ‘Dit was allemaal niet mijn idee. Ik ben een fatsoenlijk man.’ 120Slide13

‘Ze wist haar kostje best bij elkaar te scharrelen zolang ze niet lastiggevallen werd. Meer dan genoeg vis in de rivier. En paardenbloemblaadjes. Paddenstoelen. En als je wil kun je op het spinthout van dennen kauwen. Je kunt de wortels van dingen eten. Kattenstaarten. Wilde wortels. Brandnetels waren heel goed voor je, als je tenminste wist hoe je ze moest plukken en koken. Doll zei dat je alleen maar hoefde te weten waar je niet dood aan zou gaan. De meeste mensen eten geen eekhoorns, maar het kan wel. Schildpadden. Slangen, als het moet’ (30/31). Slide14

‘Toen ze de deur uitstapte voelde ze die heerlijke frisheid in het duister van de vroege ochtend waarin ze elke dag wakker geworden was. De bomen roerden zich en de vogels maakten van die geschrokken geluiden die ze altijd maken als de sterren verdwenen zijn en de zon nog nergens te bekennen is. De rivier rook als alle andere rivieren, vis-, mos- en lommerrijk, een geur die sterker leek in het donker met al het getinkel en

geplons van het kleine leven’ (25) Slide15

Immanentie → transcendentie (immanentie = transcendentie)Het probleem is, dacht ze, dat als ze op een dag de voordeur zou opendoen en zich daar, waar de bloementuinen, het hek en de poort hoorden te zijn, dat ouwe leven zou bevinden, met de verwilderde weiden, graslanden, maisvelden en de boomgaarden, dat ze dan misschien gewoon het kind op haar heup zou zetten en er zo weer in zou lopen, de opwinding, de geur en vochtigheid ervan in, die adem als haar eigen adem, haar eigen zweet. Weer terug de eenzaamheid in stappen, vreselijk, alsof je koud water in liep en wachtte tot de verdoving haar intrede zou doen, wat de manier van je lichaam was van voor je zorgen, zodat je niet hoefde te voelen wat je wist’ (263).Slide16

‘Het was fijn om over de sterren te praten. Ze kon er nauwelijks aan denken los van het geluid van de cicades en de geur van vocht en klaver, als ze met Mellie lag te fluisteren omdat ze eigenlijk hadden moeten slapen. Kinderen bedenken dit soort dingen en dan vergeten ze na een tijdje om zich erover te verwonderen, want wat doet het ertoe, wat heeft het met hen te maken, de dingen zijn wat ze zijn. Dus de enige ideeën die ze had waren de ideeën van een kind, en ze wist wel hoe die op hem moesten overkomen […] Op een keer toen ze net op de school in

Tammany zat, vroeg de onderwijzeres haar in wat voor land ze leefden. De maïs stond hoog, de zon was heet, de rivier stond ook hoog voor de tijd van het jaar, en dus zei ze: ‘Een heel best land, volgens mij’. (123).Slide17

‘Het leek er wel op dat ze het de juiste naam gegeven hadden. Het was als een van die stormen. Je slaapt er misschien wel doorheen maar als je dan ’s ochtends opstaat is alles kapot of verdwenen’(19).

‘Hun eigen crisis begon toen de muilezel stierf’ (18).Slide18

‘Het ging [de preken in de kerk] over de zin van het bestaan, zei hij [Ames]. Oké. Ze wist wel iets over het bestaan. Dat was zo ongeveer het enige waar ze iets van wist. En ze had het woord ervoor van hem geleerd. […] De avond en de ochtend, slapen en wakker zijn. Honger en eenzaamheid en vermoeidheid, en er altijd meer van willen. Bestaan. Waar maak ik me druk om? Dat kon hij haar ook niet vertellen. Maar hij weet het, dat kan ze aan hem zien. Waarom wil hij er nog meer van, met zijn huis dat zo leeg is, zijn vrouw en kind al zo lang onder de grond? De avond en de ochtend, het zingen en het bidden. De vreemdheid daarvan’ 79Slide19

‘Die oude man had geen idee. Laat ons bidden, en dan baden ze allemaal. Laat ons gezamenlijk psalm nummer, kan niet schelen welk nummer, zingen, en dan zongen ze met z’n allen. Waarom verspilden ze kaarsen aan daglicht? En hij daar maar praten over mensen die weet ik hoe lang dood waren, als die verhalen al waar waren, terwijl de meeste mensen braaf zaten te luisteren, of probeerden te luisteren. Het was zo zinloos. De dagen kwamen en gingen vanzelf, zonder dat je ervoor hoefde te bidden. En toch waren er overal bijeenkomsten en revivals waarop mensen het licht zagen. Troost vonden waar geen troost was, alleen maar een ouwe man die iets zei dat hij al zo vaak gezegd had dat hij het vast zelf niet eens meer hoorde‘ (78/79).Slide20

Ezechiël 16: 4-6, 9 de passage over de pasgeboren baby die in zijn bloed is achtergelaten maar wordt opgeraapt en geredEzechiël 1: 1, 4 en 8-10 het visioen van de cherubs dat Ezechiël krijgt in ballingschap, aan het begin van zijn roeping tot profeet

Ezechiël 5:14-15 het volk Israël bespot door de omringende volkenGenesis 1: 1-2, 4-5 de schepping van de aarde, met nadruk op de schepping van dag en nacht (5) Job 1:1-2,19 Psalm 19: 2-4

Gods heerlijkheid in de natuurSlide21

‘En aangaande uw geboorten: ten dage , als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen, toen Ik u aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windselen gewonden; geen oog had medelijden met u, om u een van deze dingen te doen, om zich over u te erbarmen; maar gij zijt geworpen op het vlakke des velds […] Als Ik bij u voorbijging, zo zag ik u vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zei tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zei tot u in uw bloed: Leef […] Daarna wies ik u met water, en Ik spoelde uw bloed van u af, en zalfde u met olie

’. (Ezechiël 16:4-6, 9)

‘Als Ik nu bij u voorbijging zag Ik u, en zie, de liefde was voor u gekomen; zo breidde ik mijn vleugel over u uit en dekte uw naaktheid, ja Ik zwoer u en kwam met u in een verbond. Spreekt de Here Here, en gij werd mijne’ (

Ezechiël 16:8)Slide22

‘Toen zag ik en zie, een stormwind kwam van het noorden af, een grote wolk, en een vuur daarin vervangen, en een glans was rondom die wolk; en uit het midden daarvan was als de verf van Hasmal, uit het midden van het vuur. Dat kon best een prairiebrand geweest zijn in een jaar van grote droogte. Ze had er nooit een gezien maar er wel over horen vertellen.

En uit het midden daarvan kwam de gelijkenis van vier dieren, en dit was hun gedaante: zij hadden de gelijkenis van een mens; en elkeen had vier aangezichten; insgelijks had elkeen van hen vier vleugels. Geen idee wat ze daarvan moest maken. Een droom die iemand gehad en opgeschreven had en zo was hij in dit boek terechtgekomen. […]’ (72). Slide23

En zie een grote wind kwam van over de woestijn, en stiet aan de vier hoeken van het huis, en het viel op de jongelingen, dat zie stierven. Dat had ze al heel wat keren gehoord, dat er zoiets gebeurde. Een dorp als

Gilead kon door een storm getroffen worden en dan bleef er niks anders achter dan wat stokjes en stompjes. Je zou toch denken dat een man die zo voorzichtig was als Job een stormkelder gehad zou hebben. […] Er was die ene keer geweest dat de wind van donder en regen vergezeld was gegaan, en hun de stuipen op het lijf had gejaagd. De aarde beefde. Overal bliksemde het. […] Er waren dingen die niet hoorden te vliegen: boeken, schoenen, kippen en wasborden, door de wind opgetild […] in de dagen erna hoorden ze dat hele boerderijen weggevaagd waren, met kinderen en al […]. Niemand wist wat

hij moest zeggen over zoveel verdriet [verwijzing naar Job 2:13]. Ze had nooit verwacht in een boek zoveel dingen tegen te komen die ze al kende. En dus krijgt Job overal zweren. Honden likken eraan. Dat kan, ja. Honden hebben af en toe het idee dat ze je moeten verzorgen. 182 Slide24

‘De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt het werk van Zijn handen. De dag aan de dag stort overvloedig spraak uit, en de nacht aan de nacht toont wetenschap. Geen spraak en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord’ (Ps. 19: 2-4) 122).

‘Zonder klank of taal wordt hun stem niet gehoord. Zo gaat het met dingen. Met mensen. Dat is de waarheid’ (140). Slide25

immanentie → transcendentiewildheid → vreemdheid →

verwondering → betekenis → aanvaardingSlide26

De predikanten ging verder en het publiek schreeuwde zijn amens en gezamenlijk zongen ze ‘Bringing in the Sheaves’. Ze had het lied daarna een keer of tien gehoord en wist nog altijd niet wat schoven waren. Ze had wel zo haar ideeën over heil en goedertierenheid, maar over schoven had de ouwe man het niet één keer

gehad’ 69/70‘Dus was er het gezang geweest, lantaarnlicht dat tot over de rivier uitzwaaide en een of andere

man die haar in het water liet zakken met zijn handen onder haar rug en haar hoofd en die haar er weer uit tilde. Die het water van haar gezicht veegde alsof het tranen waren. Halleluja! Lila had het een paar keer zien gebeuren. [..] Rein en aanvaardbaar. Het zou wat zijn om te weten hoe dat voelde, al was het maar voor een uur of twee’. 71Slide27

Lieve Lila (als ik zo vrij mag zijn), Je vroeg me ooit waarom de dingen gebeuren zoals ze gebeuren. […] Ik heb het heel erg betreurd dat ik niet in staat was je vraag te beantwoorden. Ze wapperde de lucifer uit. Hij vroeg in elk geval niet zijn paraplu terug’ (78).

‘Ze zou die trui kunnen verbranden als ze haar meerval klaarmaakte. En de Bijbel die zou ze ook kunnen verbrande. De oude Ezechiël die zich in de vlammen nestelde. Hij leek er alles van te weten. De paraplu paste wel overdwars in haar koffer’ 87.Slide28

‘En dus bladerde ze naar de bladzijde die ze met een ezelsoor had gemarkeerd en vond het begin van dat boek: Het Boek van Ezechiël. In het dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfde

derzelve maand, als ik in het midden der weggevoerden was bij de rivier Chebar, zo geschiedde het dat de hemelen werden geopend, in ik gezichten Gods zag. Ze schreef het tien keer. Haar rol beddengoed had aan een spijker gehangen en was niet echt vochtig, en ze had die trui om als kussen te gebruiken’. 72Slide29

Maar ze wilde dat hij wist dat ze niet zo’n sukkel was als hij misschien dacht. Omdat hij wel aan haar leek te denken.

En dus begon ze dat graf te onderhouden. Er stond iets op geschreven. We weenden omdat iemand zo geliefd, een leven had zo kort. Kwam vast uit de Bijbel. Eens kijken of hij ook denkt dat God het mos van de grafsteen heeft gekrabd en klimop heeft geplant. De taxusstruiken heeft teruggesnoeid zodat er wat licht doorheen kon. Gezorgd heeft dat de rozen gingen bloeien. 37Slide30

‘Lila had een kind op de wereld gezet waarin een wind kon opsteken die hem uit haar armen mee kon voeren alsof er geen enkele kracht in hem schuilde. Heb meelij met ons, ja, maar we zijn dapper, dacht ze, en wild, met meer leven in ons dan we kunnen verdragen, met vuur dat zich in ons insluit. Die vrede kon ook alleen maar verwondering zijn. Nu stonden er in elk geval geraniums voor de ramen en was er een ouwe man in de keuken die een rijmpje voor zijn baby

opzei’. 268http://www.politics-prose.com/event/book/Slide31

https://www.youtube.com/watch?v=ek1p3lPGzOEVoor een voorleessessie door

Marilynne Robinson van de eerste 15 pp. van Lila (Washington, oktober 2014) zie: (de link openen in uw browser)

Related Contents


Next Show more