WereldOriëntatieonderwijs Koen Van Gorp Centrum voor Taal en Onderwijs KU Leuven Niet iedereen is even succesvol Leerlingen met een lagere sociaaleconomische thuissituatie cfr kansarmoede en uit een andere ID: 775650
Download Presentation The PPT/PDF document " Naar een krachtig, taalrijk " is the property of its rightful owner. Permission is granted to download and print the materials on this web site for personal, non-commercial use only, and to display it on your personal computer provided you do not modify the materials and that you retain all copyright notices contained in the materials. By downloading content from our website, you accept the terms of this agreement.
Slide1
Naar een krachtig, taalrijk WereldOriëntatie-onderwijs
Koen Van Gorp
Centrum voor Taal en Onderwijs
KU Leuven
Slide2Niet iedereen is even succesvol
Leerlingen met een lagere sociaal-economische thuissituatie (cfr. kansarmoede) en uit een andere etnisch-culturele situatie lopen een groter risico om minder succesvol het onderwijs te doorlopen en in een negatieve spiraal terecht te komen.Dit hoeft niet te verwonderen: de uitdaging waar leerlingen in het (WO-)onderwijs voor staan is groot.
Slide3LK: / Wat zijn nu chromosomen? Ik heb da hier [LK duidt een prent aan] proberen uit af te drukken, alé ik heb da hier een beetje proberen uit duidelijk te maken. Dit zijn chromosomen.[LK duidt dit aan op de prent] Nu, die dingskes, ja?, die zitten hier allemaal in. […] Da zijn chromosomen en die zitten hier in diene cel, in die celkern. Nu, als je goed gaat kijken, ja, dan gade zien, die vormen paren. Elke mens, […] elke mens heeft in elke cel 46 chromosomen. Dus in elke cel van uw lichaam […] in elke cel, dus in 1 cel, heb je 46 chromo-somen, die zitten daar in, ja? En die 46 chromosomen, ja? Die vormen paren. Een paar wat is da?LLN: Twee.LK: Twee. Dus die gaan per twee 1 paar vormen.
De uitdaging: taal en kennis in actie
Van tekst, leerinhoud
naar kennisconstructie
Slide4De rol van taal
Taal speelt op school bij alle vakken een cruciale rol :
Het is het
middel
om toegang te krijgen tot vakinhouden op school en deze ook te leren.
Tegelijkertijd fungeert taal ook als (impliciet)
doel
in alle vakken: het verwerven van het bijbehorende taalregister (algemeen en vaktaal) =
schooltaalregister
Een leerling moet kunnen praten over bepaalde kennis in een aangepaste taal: DNA, genen, chromosomen, …
Slide5De rol van taal (2)
Hoe hoger
in het onderwijs,
hoe abstracter en complexer
de leerinhouden worden, en hoe abstracter ook de taal wordt waarin deze leerinhouden verpakt zijn (= schooltaalregister).
Leerlingen moeten
voldoende schooltaalvaardig
zijn om in het onderwijs mee te kunnen en kennis te construeren.
En dat is een voortdurende uitdaging voor tweedetaalleerders of leerlingen waarbij het thuistaalgebruik sterk verschilt van het schooltaalregister
Slide6Bladeren allerhande
Slide7Doel: WIN-WIN
We zorgen dat leerlingen de taal in de vakken begrijpen én kunnen producerenLeerlingen kunnen de les volgen, ze gebruiken schooltaal en krijgen daar feedback opLeerlingen leren vakinhouden (+)en ze ontwikkelen schoolse taalvaardigheid (+)
Slide8De weg: taalbeleid
Taalbeleid =
de
structurele
en
strategische
poging van een schoolteam om de onderwijspraktijk aan te passen aan de
taalleerbehoeften
van de leerlingen/studenten met het oog op het bevorderen van hun ontwikkeling (in functie van relevante doelen) en het verbeteren van hun
onderwijsresultaten
(Van den Branden, 2010).
Slide9Het middel: krachtige (taal)leeromgevingen
Rijk en toegankelijk
aanbod (luisteren, lezen)
Veel productie-kansen(spreken, schrijven)
Feedback
Authentieke
(inter)actie
/ communicatie
Slide10Een voorbeeld: nadenken over magneten
De leerlingen krijgen een
ontdekdoos
en doen verschillende
proefjes
met magneten. Bij elk proefje doen ze eerst een
voorspelling
. Na het proefje
noteren
ze de uitkomst op een werkblad. De leerkracht
ondersteunt
de groepjes bij hun exploratie door hardop mee na te denken. Op basis van de proefjes noteren de leerlingen de
inzichten
in de werking van magneten die ze menen ontdekt te hebben en de
leervragen
waarmee ze nog zitten. Vervolgens krijgen de leerlingen een
informatieve tekst
over de werking van magneten. In groepjes, en nadien klassikaal,
bespreken
de leerlingen of hun eigen inzichten uit de proefjes bevestigd werden en of al hun leervragen beantwoord werden. Tijdens de
klassikale bespreking
van de tekst wordt niet alleen naar de tekst verwezen, maar worden ook bepaalde principes door de leerkracht of een leerling
gedemonstreerd
aan de hand van het ontdekdoos-materiaal. Na het
bespreken
van de tekst krijgen de leerlingen een volgende opdracht: op een blad staan
vijf nieuwe uitvindingen
met magneten (zoals een theepot met een magnetisch deksel of auto's met magneetbumpers). De leerlingen bekijken de illustraties en
lezen
de toelichting, en
beslissen samen
welke de uitvinding 'de grote uitvindersprijs' krijgt (en waarom).
(Naar: Verhallen, 2000; Uit: Van den Branden, 2010)
Slide11Een taalgebruikscontinuüm
Elke activiteit
brengt
zijn eigen taalgebruik
met zich mee.
Praten bij het uitvoeren van de proef heeft een heel ander karakter dan mondeling rapporteren voor het front van de klas, en dat vraagt weer om een andere presentatie en formulering dan het geschreven verslag.
Er moeten
situaties gecreëerd
worden
waarin leerlingen de overgang kunnen maken van alledaagse naar meer abstracte en formele manieren van uitdrukken en argumenteren.
Slide12De kracht van (de)Contextualisering
Concrete ervaringveralgemenentoepassen IN TAALAbstract algemeen inzicht
Slide13De zinvolle context = de realiteit
Slide14Leeromgevingen creëren
Leerlingen bouwen taal en kennis op in een leeromgeving die door de leerkracht wordt vormgegeven:
‘Het communicatiesysteem dat de leerkracht in een les opzet bepaalt de rollen die leerlingen kunnen opnemen, en zodoende stuurt de leerkracht daardoor ook in belangrijke mate het leren van de kinderen.’
(Barnes, 2008: xii, eigen vertaling)
Slide15Valkuil 1: leerlingparticipatie (Van Gorp, 2010)
Leerlingbeurten
KlasMin.Max. 141422037302043295248
Ongelijke leerlingparticipatie
Slide16Valkuil 2: interactie in de klas - 2/3de regel
2/3 van alle interactie in de klas = klassikale interactie
Van die klassikale interactie wordt 2/3 uitgesproken door de leerkracht
2/3 daarvan bestaat uit het geven van uitleg.
In zo’n traditionele klas blijft er voor leerlingen te weinig tijd over om talig te oefenen.
De schooltaal wordt door de leerlingen niet intensief genoeg en te weinig actief gebruikt.
Slide17Gesprek als bindende factor
naar Damhuis & de Blauw, 2007
Cruciaal verschil tussen effectieve en minder effectieve leerkracht wordt gemaakt in het gesprek! (Mercer, 2000)
Gesprek = elke mondelinge interactie
waarin minstens twee gesprekspartnersactief betrokken zijn
Gesprekken zijn
de spil van onderwijs
(Damhuis, 2008)
Slide18Betere taal- en kennisontwikkeling
Een gesprek voeren is intensief oefenen met alle middelen die je in huis hebt.
Je moet je best doen om aan een ander iets duidelijk te maken.
Je hebt het verloop van het gesprek niet helemaal in de hand omdat je telkens moet reageren op de ander. Dat vraagt om een flexibel gebruik van de taal.
Je krijgt meteen een reactie op wat je zegt
Feedback op je taalgebruik dat een onmiddellijk effect kan hebben!
Uitgedaagde taalproductie
(spreken én schrijven) is nodig voor de taal- en denkontwikkeling.
Dat betekent ook dat klassikale interactie, waarbij vooral de leerkracht spreekt, niet de meest aangewezen vorm is.
Slide19Effectieve leerkrachten...
...zien leren als een sociaal en communicatief proces
uitwisseling van ideeën bevorderen;
aanmoedigen dat leerlingen elkaar ondersteunen;
leerlingen aanmoedigen om hun stem te laten horen;
het relateren van de huidige activiteit aan eerdere ervaringen;
de inbreng van leerlingen gebruiken als een middel ('resource') voor het opbouwen van een gezamenlijke kennisbasis.
(Rojas-Drummond & Mercer, 2004)
Slide20Aanzetten tot leerzame gesprekken
Open vragen stellen
LLN de gelegenheid en de tijd geven lange bijdragen te leveren in plaats van een kort antwoord te verwachten
LLN een eigen bijdrage laten leveren
LLN vragen hun ideeën te verwoorden
LLN uitnodigen hypothesen en gedachten te formuleren
Kortom, een gesprek dat wel door de leerkracht wordt
gestuurd
, maar niet
gedomineerd.
Slide21Bedankt
Meer informatie: koen.vangorp@arts.kuleuven.be