/
LPA -dienst In de  ArenA LPA -dienst In de  ArenA

LPA -dienst In de ArenA - PowerPoint Presentation

natalia-silvester
natalia-silvester . @natalia-silvester
Follow
347 views
Uploaded On 2019-12-19

LPA -dienst In de ArenA - PPT Presentation

LPA dienst In de ArenA Kruispuntgroep 1 Agenda aanstaande week 12 zondag 17 maart 0930 Kerkdienst br I van Apeldoorn themadienst 6 In de arena 1400 Kerkdienst ds ThJ Havinga Beilen ID: 770936

hij van zijn dani

Share:

Link:

Embed:

Download Presentation from below link

Download Presentation The PPT/PDF document "LPA -dienst In de ArenA" is the property of its rightful owner. Permission is granted to download and print the materials on this web site for personal, non-commercial use only, and to display it on your personal computer provided you do not modify the materials and that you retain all copyright notices contained in the materials. By downloading content from our website, you accept the terms of this agreement.


Presentation Transcript

LPA-dienst

In de ArenA

Kruispuntgroep 1

Agenda aanstaande week 1/2zondag 17 maart 09:30 Kerkdienst - br. I. van Apeldoorn - themadienst 6 — In de arena 14:00 Kerkdienst - ds Th.J . Havinga (Beilen) 15:00 bloemen bezorgen: Fam. M. Jansma

Agenda aanstaande week 2/2zondag 24 maart 09:30 Kerkdienst - ds R.F. Telgenhof (Assen-Kloosterveen) 09:30 Kind in Kerk bovenbouw, Thema Daniël 5 14:00 Kerkdienst - ds. J.E. Kramer 15:00 bloemen bezorgen: Fam. H. Bijzitter

Jarigen aanstaande week ma 18-03 L.J. Huurman-Wagenaar (22) wo 20-03 R. v/d Meulen - Boerma (65) vr 29-03 Lars Hoekstra (7) za 30-03 H.J. Barelds - Sturing (57)

Welkom Voorganger: br. I. van Apeldoorn Organisten: br. M. van den Bos br. D.D. Rouwhorst Beamist : br. D.D. Rouwhorst

Weektekst

Votum en zegengroet

Gezang 167: 1-31 Samen in de naam van Jezus heffen wij het loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken, naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot zijn eer.

Gezang 167: 1-32 Heel de wereld moet het weten dat God niet veranderd is en zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis. ’t Werk van God is niet te keren omdat Hij er over waakt en de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt.

Gezang 167: 1-33 Prijst de Heer, de weg is open naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer. ’t Is uw Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer!

Votum en groet (Sela) Votum: Onze hulp en onze verwachting is van God, onze Heer. Hij die alles maakte, laat niet los wat Hij begon. Groet: Genade en vrede van God, de Vader; door Jezus, zijn Zoon, Immanuël. Hij woont met zijn Geest in ons.

Votum en groet (Sela) Votum: Onze hulp en onze verwachting is van God, onze Heer. Hij die alles maakte, laat niet los wat Hij begon. Groet: Genade en vrede van God, de Vader; door Jezus, zijn Zoon, Immanuël. Hij woont met zijn Geest in ons.

Votum en groet (Sela) Coda: Hallelujah , hallelujah , amen! Hallelujah , hallelujah , amen!

Gezang 160: 1, 2 1 Groot is uw trouw o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde, die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu. Refrein: Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven, groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

Gezang 160: 1, 2 2 Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt; kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Refrein: Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven, groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

Psalm 139: 1, 8, 11 1 HEER, U doorgrondt mij van omhoog, mijn hart ligt open voor uw oog. U kent mijn zitten en mijn gaan, mijn denken zelfs kunt u verstaan. Waar ik ook ben, U komt mij tegen, U bent vertrouwd met al mijn wegen.

Psalm 139: 1, 8, 11 8 Hoe rijk zijn uw gedachten, Heer! Het overweldigt mij steeds weer: Nog meer dan zand in de woestijn, zó machtig moet hun aantal zijn. Wanneer ik, HERE, zal ontwaken mag ik nog uw nabijheid smaken.

Psalm 139: 1, 8, 11 11 Doorgrond mij, ken mijn hart, o Heer. Zijn mijn gedachten tot uw eer? Zie of mijn wegen heilig zijn, mijn paden recht, mijn daden rein. En doe mij toch met vaste schreden de weg van eeuwig heil betreden.

Lezen Daniël 6 1 Darius de Mediër verkreeg het koningschap; hij was toen tweeënzestig jaar. Daniël in de leeuwenkuil 2 Darius ging ertoe over honderdtwintig satrapen over het gehele koninkrijk aan te stellen. 3 Boven hen stelde hij drie rijksbestuurders aan, van wie Daniël er een was; aan hen moesten de satrapen rekenschap afleggen, opdat de koning geen schade zou lijden. 4 Daniël nu onderscheidde zich van de rijksbestuurders en satrapen door zijn buitengewone begaafdheid. De koning overwoog zelfs hem over het hele koninkrijk aan te stellen.

Lezen Daniël 6 5 Daarom probeerden de rijksbestuurders en satrapen in Daniëls bewind iets te vinden om hem voor aan te klagen, maar zij konden geen grond voor een aanklacht vinden of hem op een misstap betrappen, want hij was betrouwbaar en hij had nooit zijn plicht verzuimd of een misstap begaan. 6 Toen zeiden die mannen: ‘Met geen mogelijkheid zullen wij deze Daniël kunnen aanklagen, tenzij we iets zoeken dat verband houdt met de wet van zijn God.’ 7 Daarop richtten de rijksbestuurders en satrapen zich tot de koning met een dringend verzoek: ‘Koning Darius, leef in eeuwigheid!

Lezen Daniël 6 8 Alle rijksbestuurders van het koninkrijk, stadhouders en satrapen, raadsheren en gouverneurs, zijn van mening dat er een koninklijk besluit moet worden uitgevaardigd waarin wordt vastgelegd dat eenieder die de komende dertig dagen een verzoek tot een god of een mens richt in plaats van tot u, majesteit, in de leeuwenkuil zal worden geworpen. 9 Welnu, majesteit, vaardig dat verbod uit en stel het op schrift, zodat het niet veranderd kan worden, zoals geen enkele wet van de Meden en de Perzen kan worden herroepen.’ 10 Hierop stelde koning Darius het verbod op schrift.

Lezen Daniël 6 11 Toen Daniël hoorde van het besluit dat op schrift gesteld was, ging hij naar zijn huis. In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was. 12 Maar toen drongen de mannen zijn huis binnen en troffen Daniël aan terwijl hij tot zijn God bad en hem prees. 13 Ze gingen onmiddellijk naar de koning en wezen hem op het koninklijk besluit: ‘Hebt u geen verbod op schrift laten stellen dat ieder mens die de komende dertig dagen een verzoek tot een god of een mens richt in plaats van tot u, majesteit, in de leeuwenkuil zal worden geworpen?’

Lezen Daniël 6 De koning antwoordde: ‘Die verordening ligt even vast als elke wet van de Meden en de Perzen, ze kan niet worden herroepen.’ 14 Toen zeiden ze tegen de koning: ‘Daniël, een van de Judese ballingen, slaat geen acht op u, majesteit, noch op het besluit dat u op schrift hebt laten stellen; driemaal daags verricht hij zijn gebed.’ 15 De koning was zeer ontstemd toen hij deze beschuldiging hoorde, en hij zon op middelen om Daniël te redden. Tot zonsondergang deed hij alles wat in zijn macht lag om Daniël te beschermen.

Lezen Daniël 6 16 Maar de mannen drongen bij de koning aan en zeiden: ‘Bedenk, majesteit, dat geen verbod of besluit dat de koning heeft uitgevaardigd veranderd kan worden; het is een wet van de Meden en de Perzen.’ 17 Hierop gaf de koning bevel Daniël te halen en hem in de leeuwenkuil te werpen. De koning zei tegen Daniël: ‘Uw God, die u zo vasthoudend dient, zal u redden!’ 18 Er werd een steen gebracht waarmee de opening van de kuil werd afgedekt, en de koning verzegelde die met zijn zegelring en met de zegelring van zijn machthebbers, om te verhinderen dat iemand iets aan Daniëls omstandigheden zou veranderen.

Lezen Daniël 6 19 Daarna keerde de koning terug naar zijn paleis en bracht de nacht door zonder iets te eten; hij kon de slaap niet vatten, maar liet niets ter afleiding brengen. 20 Vroeg in de ochtend, toen het licht begon te worden, stond de koning op en haastte zich naar de leeuwenkuil. 21 Zodra hij in de buurt van de kuil kwam, riep hij Daniël met bedroefde stem toe: ‘Daniël, dienaar van de levende God, heeft uw God, die u zo vasthoudend dient, u van de leeuwen kunnen redden?’ 22 En Daniël zei tegen de koning: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! 23 Mijn God heeft zijn engel gezonden en de leeuwenmuilen gesloten.

Lezen Daniël 6 Ze hebben mij geen kwaad gedaan, omdat hij mij onschuldig acht; maar ook u, majesteit, heb ik niets misdaan.’ 24 De koning was bijzonder verheugd en hij beval Daniël uit de kuil te halen. Daniël werd uit de kuil getrokken, en hij bleek ongedeerd te zijn, want hij had op zijn God vertrouwd. 25 Toen gaf de koning bevel de mannen te brengen die Daniël hadden beschuldigd, en hij liet hen samen met hun kinderen en hun vrouwen in de leeuwenkuil werpen. Ze hadden de bodem van de kuil nog niet geraakt, of de leeuwen stortten zich op hen en vermorzelden al hun botten.

Lezen Daniël 6 26 Daarop schreef koning Darius aan alle volken en naties, welke taal zij ook spraken en waar ter wereld zij ook woonden: ‘Moge uw voorspoed groot zijn! 27 Hierbij beveel ik dat iedereen in het machtsgebied van mijn koninkrijk eerbiedig ontzag moet tonen voor de God van Daniël. Want hij is de levende God die bestaat in eeuwigheid. Zijn koningschap gaat nooit te gronde en zijn heerschappij is zonder einde. 28 Hij redt en bevrijdt, geeft tekenen en doet wonderen in de hemel en op aarde; hij heeft Daniël uit de klauwen van de leeuwen gered.’ 29 Zo ging het Daniël voorspoedig onder het koningschap van Darius en onder het koningschap van Cyrus de Pers.

Gezang 25: 1-3 1 Vol tranen zien wij hoe de tijd verglijdt op Babels stromen. Ons hart is in Jeruzalem, ons thuis, waar wij van dromen. Geen hand, die nog een snaar beroert, geen lied, dat ooit ons nog vervoert. Doelloos vergaan de dagen. De heersers in dit vreemde land drukken op ons met harde hand, meer dan wij kunnen dragen.

Gezang 25: 1-3 2 De wachters in dit heilloos oord hebben ons willen dwingen het lied, dat thuis vaak werd gehoord, opnieuw voor hen te zingen. Op vreemde grond ontbreekt de kracht zolang mijn hart naar Sion smacht. Jij blijft mijn vreugde heten! Als ’k jou vergat, Jeruzalem, ik werd beroofd van spraak en stem. Mijn hand zou mij vergeten.

Gezang 25: 1-3 3 Bewaar, God, in herinnering hoe Sion is gevallen! Hoe steen voor steen zij onderging, beroofd werd van haar wallen. Breek Babels trotse hoogmoed stuk. Vernietig het, om ons geluk; Gij kunt haar stralen doven. Niet langer zal zij voortbestaan Gezegend wie haar kan weerstaan en U alleen wil loven.

Preek

Lied 904: 1-3Uit: Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk 1 Beveel gerust uw wegen, al wat u ’t harte deert, der trouwe hoede en zegen van Hem, die ’t al regeert. Die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, zal ook wel wegen vinden waarlangs uw voet kan gaan.

Lied 904: 1-3Uit: Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk 2 De Heer moet gij vertrouwen, begeert gij de uitkomst goed, op Hem uw hope bouwen, zal slagen wat gij doet. Door geen bekommeringen, geen klagen en geen pijn laat God zich iets ontwringen: Hij wil gebeden zijn.

Lied 904: 1-3Uit: Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk 3 Laat Hem besturen, waken, ’t is wijsheid wat Hij doet! Zo zal Hij alles maken, dat ge u verwonderen moet, als Hij, die alle macht heeft, met wonderbaar beleid geheel het werk volbracht heeft, waarom gij thans nog schreit.

Psalm 913: 1-4Uit: Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk 1 Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalme moed!

Psalm 913: 1-4Uit: Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk 2 Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al uw luister, als ik in uw hemel kom!

Psalm 913: 1-4Uit: Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk 3 Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet! Wil mij als een kind behandelen, dat alleen de weg niet vindt: neem mijn hand in uwe handen en geleid mij als een kind.

Psalm 913: 1-4Uit: Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk 4 Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land.

Collecte 1e collecte: Gastpredikanten 2e collecte: Beheer en Administratie

Agenda aanstaande week 1/2zondag 17 maart 09:30 Kerkdienst - br. I. van Apeldoorn - themadienst 6 — In de arena 14:00 Kerkdienst - ds Th.J . Havinga (Beilen) 15:00 bloemen bezorgen: Fam. M. Jansma

Agenda aanstaande week 2/2zondag 24 maart 09:30 Kerkdienst - ds R.F. Telgenhof (Assen-Kloosterveen) 09:30 Kind in Kerk bovenbouw, Thema Daniël 5 14:00 Kerkdienst - ds. J.E. Kramer 15:00 bloemen bezorgen: Fam. H. Bijzitter

Jarigen aanstaande week ma 18-03 L.J. Huurman-Wagenaar (22) wo 20-03 R. v/d Meulen - Boerma (65) vr 29-03 Lars Hoekstra (7) za 30-03 H.J. Barelds - Sturing (57)

Lied 425Uit: Liedboek, zingen in huis en kerk Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord, in Christus verbonden, tezamen gezonden op weg in een wereld die wacht op uw woord. Om daar in genade uw woorden als zaden te zaaien tot diep in het donkerste dal, door liefde gedreven, om wie met ons leven uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.

Amen

Tot ziensWe hopen u de volgende dienst weer te zien.